Uiteraard werd 2020 sterk bepaald door de coronacrisis. De beschikbaarheid van 'real time' regionale data over bredewelvaartsaspecten is beperkt. De cijfers over het welbevinden van mensen en huishoudens in 2020 hebben dan ook vaak betrekking op landelijke gemiddelden. Voor enkele indicatoren zijn wel regionale gegevens beschikbaar.
Gezondheid en welzijn
Uit het landelijke onderzoek Gezondheidsenquête/Leefstijlmonitor van het CBS komt een beeld naar voren dat de bevolking zich in 2020 gezonder voelde dan in voorgaande jaren. Het aandeel van de bevolking dat de eigen gezondheid beoordeelde als (zeer) goed, varieerde van 80% in het eerste kwartaal tot 83,4% in het derde kwartaal. In het vierde kwartaal lag dit percentage op 80,7.
Het Sociaal en Cultureel Planbureau zag in zijn periodiek sociaal-wetenschappelijk onderzoek dat voor de meeste mensen het psychisch welbevinden en de tevredenheid met het leven nauwelijks waren veranderd in het najaar van 2020 ten opzichte van de periode vóór corona. Wel signaleerde het SCP verschillen tussen groepen. Jongeren tussen 16-29 jaar waren minder tevreden met hun leven. Met name scholieren en studenten hadden, en hebben, last van Covid-19: voor de crisis meldde een kwart van hen een laag psychisch welbevinden, tijdens de crisis steeg dat naar een derde. Ook mensen die van nabij te maken hadden met corona of zelf extra risico liepen, rapporteerden een lager psychisch welbevinden. Mensen gaven in oktober vaker aan dat ze zich somber voelden dan in juli 2020.
Samenleving en veiligheid
Volgens het CBS bleef het vertrouwen in anderen in de eerste drie kwartalen van 2020 op een hoog niveau (63%). Het vertrouwen in de Tweede Kamer groeide in de loop van het jaar: van 43,5% in het eerste kwartaal naar 57,6% in het tweede kwartaal (56,3% in Q3). Het aandeel mensen dat vrijwilligerswerk deed, nam gedurende het jaar wel af: van 28,4% in het eerste kwartaal tot 16% in Q2 en 18% in Q3. Belangrijkste oorzaak waren natuurlijk de contactbeperkingen in de samenleving: bezoek aan verpleeghuizen en activiteiten in verenigingen werden nagenoeg stilgelegd.
Burgers ervoeren in de loop van het jaar meer wrijving tussen bevolkingsgroepen, aldus het SCP. Dat gold met name voor ouderen (70-plussers) en jongeren (16-29 jaar), maar ook voor mensen die hun eigen gezondheid slechter inschatten of die extra risico lopen bij infectie.
Op provinciaal niveau zijn wel recente veiligheidscijfers (meldingen en geregistreerde misdrijven) beschikbaar. Deze weerspiegelen de eerder beschreven gevoelens van somberheid bij jongeren en wrijving tussen leeftijdsgroepen. Het aantal politiemeldingen van jeugdoverlast nam in het voorjaar toe van 555 in februari naar 1.356 in maart om een piek in april te bereiken (2.469). Sindsdien daalde het aantal overlastmeldingen echter. Het aantal woning- en bedrijfsinbraken daalde juist in het voorjaar door het thuiswerken, maar nam daarna weer toe.
Materiële welvaart en arbeid
Uit het SCP-onderzoek kwam naar voren dat landelijk gezien het huishoudensinkomen van 38% van de zelfstandigen en 41% van de werklozen was gedaald. In oktober maakten iets meer mensen zich zorgen over werk en inkomen dan in juli.
De werkloosheid in de provincie steeg in de loop van het jaar: van 2,8% in het eerste kwartaal naar 3,2% in het tweede kwartaal en 4% in Q3. In het vierde kwartaal daalde de werkloosheid echter naar 3,7%. Vooral 25-plussers vonden vaker weer werk; soms trokken jongeren zich terug van de arbeidsmarkt.