3.8 Projecten

3.8.2 Uithoflijn

Financieel overzicht

Financieel overzicht

Totaal budget

Gerealiseerd
t/m 2019

Budget 2020

Gerealiseerd
2020

Budget 2021 e.v.

Lasten

Traminfrastructuur

365.744

334.491

22.726

9.589

21.664

Materieel

84.935

61.730

18.922

1.101

22.104

Totaal lasten

450.679

396.221

41.648

10.690

43.768

Baten

Traminfrastructuur

366.728

263.672

72.445

72.445

30.611

Totaal baten

366.728

263.672

72.445

72.455

30.611

Totaal

83.951

132.549

-30.797

-61.755

13.157

Noot 1: Realisatie 2020 is exclusief Verzoeken tot afwijking (VTA’s);
Noot 2: Budget 2021 e.v. is VTA’s plus onverdeeld resultaat WTVS; Verwacht resultaat Traminfra €7,0mln (waarvan dan weer € 1,7 mln toebehoord aan de gemeente) en verwacht resultaat Materieel € 16,4 mln;.
Noot 3: Baten Budget 2021 e.v. is Nog te ontvangen MIRT subsidie conform brief 01-04-2020 kenmerk RWS-2020/20154;
Noot 4: Baten Materieel niet opgenomen want conform besluit Materieel AB BRU 19 juni 2013 betreft dit een voorfinanciering dat terugverdiend moet worden middels toekomstige reizigersopbrengsten. Desalniettemin is er een krediet ad. € 74,8 miljoen beschikbaar.

Gedurende de looptijd van het project is inzicht gegeven in de voortgang aan de hand van de rapportages Werkend Tram Vervoersysteem (WTVS). In het einddossier van de Uithoflijn is een hoofdstuk opgenomen met de financiële verantwoording van het project. Dit einddossier is tevens de eindrapportage voor het Werkend Tramvervoerssysteem Uithoflijn, een afsluiting en samenvatting van de reeks met kwartaal- en halfjaarrapportages die u de afgelopen jaren heeft ontvangen. De rapportage (WTVS) is eerder tot stand gekomen dan de cijfers in de jaarrekening omdat het project Uithoflijn een andere dynamiek kent. Zo worden correcties in verschuivingen tussen de jaren door de accountant, niet in de WVTS rapportage aangepast. Hierdoor kunnen de cijfers in de WTVS rapportage afwijken van de cijfers in de jaarrekening en om die reden is een disclaimer opgenomen.

Het project sluit af met een positief saldo op zowel het projectdeel Materieel (€ 16,4 miljoen) als op het gezamenlijke projectdeel Werkend Tramvervoersysteem (WTVS) (€ 7,9 miljoen). Na de afronding van nog 3 af te hechten punten, kan in 2021 de eindafrekening plaatsvinden tussen de provincie en de gemeente.

De nog af te hechten punten zijn:
1. Een goedkeurende projectaccountantsverklaring over 2020 (er is inmiddels een brief ontvangen van de accountant waarin wordt aangegeven dat er in de eerste 3 kwartalen van 2020 geen onrechtmatigheden of onzekerheden zijn geconstateerd). Over de voorgaande jaren heeft het project al goedkeurende verklaringen ontvangen.
2. Het ontvangen van de laatste tranche van de rijkssubsidie. De laatste € 30,6 miljoen plus nog resterende indexering over 2020 wordt aangevraagd zodra de goedkeurende projectaccountantsverklaring over 2020 is ontvangen. Het einddossier wordt met de aanvraag meegestuurd als eindverantwoording van het project Uithoflijn.
3. Een positieve evaluatie van de combideklaag proefvakken in Utrecht Science Park. Het vervangen van de
combideklaag is als restpunt overgedragen aan de provincie voor een lumpsum bedrag. Hiervoor zijn eind november 2020 twee proefvakken aangebracht. Indien in het voorjaar van 2021 blijkt dat de aangebrachte proefvakken geen acceptabele oplossing bieden, kan het zijn dat er nog een aanvullend budget nodig is om tot een goede oplossing te komen. Dit risico is klein en de kans van optreden onwaarschijnlijk (tussen 1% en 5%). Maar als het risico zich voordoet kan het financiële gevolg aanzienlijk zijn (orde grootte enkele miljoenen).

De eventuele benodigde minder- of meerkosten die voortkomen uit deze nog af te hechten punten worden in overleg tussen provincie en gemeente ten laste gebracht van het positief resultaat Werkend Tramvervoersysteem. Dit gebeurt voorafgaand aan de definitieve eindafrekening (naar verwachting in Q3-2021)

Met de afronding van het project Uithoflijn zijn ook de afspraken uit de allonge II nagekomen. De trap in de Openbaar Vervoer Terminal in het Stationsgebied is meegenomen in de afrekening van alle meerwerk waar de verdeling van kosten heeft plaatsgevonden op basis van een 76%-24% verdeling.

Deze pagina is gebouwd op 06/01/2021 13:15:46 met de export van 06/01/2021 13:04:33