Hoofdstuk 3: Paragrafen

3.2 Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Het totaalbedrag waarover de provincie risico loopt is € 146 mln. Het is niet waarschijnlijk dat alle opgenomen risico’s zich tegelijkertijd voordoen. Op basis van de Monte Carlo-analyse blijkt met een zekerheid van 90% (landelijke norm) dat een weerstandsvermogen van € 24,4 mln. voldoende is om alle risico’s op te vangen. Dit betreft de som van 98 geïdentificeerde risico’s.

In het onderstaande overzicht staat de top 10 van risico's. Dit zijn de risico’s met de hoogste impact op het benodigd weerstandsvermogen.

Nr.

Risico

Kans klasse

Financieel klasse

Verwacht financieel gevolg

Invloed

1

Terugvallen van de reizigersopbrengsten in de concessie

30%-50%

> 5 mln.

20 mln.

31%

2

Garantiefonds Energie

10%-30%

2,5 mln. tot 5 mln.

4,4 mln.

13%

3

Uitlekken van vertrouwelijke informatie

<10%

> 5 mln.

20 mln.

8%

4

Hart van de Heuvelrug: Project Apollo Noord

10%-30%

1 mln. tot 2,5 mln.

1,7 mln.

4%

5

Hart van de Heuvelrug: Project Apollo Noord: Kans hogere kosten bouw- en woonrijpmaken

30%-50%

0,25 mln. tot 1 mln.

0,7 mln.

2%

6

Vliegbasis Soesterberg: Project woonwijk

10%-30%

1 mln. tot 2,5 mln.

1 mln.

2%

7

(OV-Projecten) Scopewijzigingen

10%-30%

1 mln. tot  2,5 mln.

2 mln.

2%

8

Gewijzigde inzichten en/of gewijzigde regelgeving Wegen

30%-50%

0,25 mln. tot 1 mln.

1 mln.

2%

9

Concessiehouders Regiotaxi

10%-30%

1 mln. tot 2,5 mln.

2 mln.

2%

10

Prijsstijging meerjarige projecten Mobiliteit

30%-50%

0,25 mln. tot 1 mln.

0,7 mln.

1%

De risico's met betrekking tot de opbrengsten opcenten motorrijtuigenbelasting en de uitkering uit het Provinciefonds zijn niet in de bovenstaande tabel verwerkt. De wijzigingen in de opbrengsten zijn verwerkt in de Begroting.

De uitbraak van het coronavirus heeft  impact op ons allemaal. De geïdentificeerde risico’s wat betreft corona-crisis zijn verwerkt in het weerstandsvermogen. Het is niet duidelijk hoe deze crisis zich verder gaat ontwikkelen. Het is ook niet duidelijk welke financiële gevolgen deze crisis en de mogelijk langere termijn gevolgen nog meer voor de provincie Utrecht zal brengen.  

Hieronder zijn de risico’s toegelicht, die zijn opgenomen in bovenstaande tabel en bepalend zijn voor het benodigd weerstandsvermogen.

1. Terugvallen van de reizigersopbrengsten in de concessie
De vervoerbedrijven verkeren door het coronavirus in zwaar weer. Voor 2020 wordt het verlies van de vervoerbedrijven in belangrijke mate door het Rijk afgedekt. Inmiddels is reeds 80% uitgekeerd. Het restant volgt in 2021 op basis van nacalculatie. Er is een klein risico (minder dan 10%) dat er over een deel van het restant (7 miljoen euro) discussie ontstaat.

De kosten voor 2021 zijn enigszins teruggebracht door de dienstregeling per 3 januari 2021 met 8% af te schalen. Daarboven heeft het Rijk voor 2021 een met 2020 vergelijkbare bijdrage toegezegd.
De inschatting in de jaarrekening 2020 is: de kans uitbetalen van € 40 mln. op uitkering BVOV in 2021 is 95%.
Voor de periode 2022 t/m 2025 heeft continuering van het openbaar vervoer de hoogste prioriteit. Daarvoor is het nodig dat er weer sprake is van een gezonde businesscase voor de vervoerbedrijven De provincie heeft voor deze periode een transitieplan met uitgangspunten om tot een gezonde businesscase te komen.

Onderdeel van het transitieplan is een aanzet tot aanpassingen in de concessies. Deze aanpassingen richten zich met name op kostenverlaging (onder andere door een langere concessieduur), op een verdere afschaling van de dienstregeling en op een herverdeling van de risico’s. Het transitieplan is gebaseerd op een herstel van de vervoervraag conform de landelijke scenario’s, waarin inmiddels de tweede golf is meegenomen. De praktijk is echter weerbarstiger. Als de reizigersopbrengsten, om welke reden dan ook, in de jaren 2022 t/m 2025 achterblijven bij de prognoses ontstaat er een risico dat geheel of gedeeltelijk bij de provincie ligt. Dit laatste risico wordt in 2021 verder geïdentificeerd.

2. Garantiefonds Energie
Voor het stimuleren van de energietransitie maken we gebruik van het Energiefonds (SETU). De provincie Utrecht heeft een borgstelling afgegeven voor SETU van maximaal € 16 mln., waardoor zij datzelfde bedrag konden lenen. Zij verstrekken daarvan leningen aan projecten die elders niet gefinancierd kunnen worden en een bijdrage leveren aan de energietransitie. Op dit moment is hiervan ruim € 6 mln. uitgezet. De bedoeling is dat met de aflossingen weer nieuwe leningen kunnen worden verstrekt. Om het risico op het niet kunnen terugbetalen van de leningen te kunnen beheersen is onder andere € 4 mln. in de reserve weerstandsvermogen gestort. Eind 2020 werd duidelijk dat door een faillissement een lening van ongeveer € 0,4 mln niet kan worden terugbetaald, hiervoor is een voorziening gevormd omdat de aflossing van de lening door SETU pas aan het eind van de looptijd plaatsvindt. Dit bedrag kon worden opgevangen binnen het budget van het programma Energietransitie zodat het weerstandsvermogen niet aangesproken hoefde te worden.

3. Uitlekken van vertrouwelijke informatie
Op basis van de Meldplicht Datalekken zijn organisaties, die privacygevoelige gegevens opslaan en/of verwerken, verplicht om een datalek bij de Autoriteit Persoonsgegevens te melden. Het begrip datalek is hierbij breed gedefinieerd. Voorbeelden van een potentieel datalek zijn onder andere een verloren USB-stick, een hacker die databestanden steelt, software die gebruikt wordt om computersystemen te verstoren, gevoelige informatie te verzamelen of toegang te krijgen tot computersystemen, die persoonsgegevens aantast en een e-mail met privacygevoelige gegevens die verstuurd is naar een onjuiste persoon. Het niet melden van dergelijke incidenten kan naast eventuele schadeclaims van derden, ook leiden tot boetes van de toezichthouder. Dit geldt ook voor het niet of onvoldoende inlichten van betrokkenen, of onvoldoende zorgvuldige beveiliging van en omgang met privacygevoelige informatie. Sinds mei 2018 is de Nederlandse wetgeving vervangen door Europese regelgeving. Deze stelt nog strengere eisen en kan vanaf dat moment maximale boetes opleggen tot € 20 mln. De inschatting van de impact is nog lastig, omdat het onderwerp relatief nieuw is. Er kan nog niet worden teruggevallen op praktijkervaringen. De nodige maatregelen en acties zijn geïnitieerd die nodig zijn om te voldoen aan de nieuwe Europese regelgeving. Hiertoe worden door de provincie de nodige investeringen gedaan en mensen en middelen. In 2020 is een aantal informatiebeveiligings-risico’s geconstateerd bij een aantal applicaties van BIJ12. Inmiddels is een aantal acties hiertoe gestart voor de korte en middellange termijn.

4. Hart van de Heuvelrug: Project Apollo Noord- Oude Tempel
Oude Tempel is een van de projecten van het programma Hart van de Heuvelrug. In dit programma zijn de projecten onderverdeeld in trekkerschap tussen Zeist, Soest en de provincie Utrecht. De provincie is voor dit programma financieel eindverantwoordelijk. Dat is vastgelegd in de samenwerkingsovereenkomst Hart van de Heuvelrug in 2015.

Het bestemmingsplan Oude Tempel is begin 2019 vernietigd door de Raad van State. Zij heeft aangegeven dat de onderbouwing op de punten verkeer, geluid en landschappelijke- en cultuurhistorische waarden onvoldoende was. Gemeente Soest heeft de onderzoeken voor deze onderbouwingen opnieuw gedaan. Het bestemmingsplan is in juni 2020 opnieuw ter vaststelling aangeboden aan de raad. Het hernieuwde beroep bij de Raad van Staten stond tot 5 augustus open. Een uitspraak van de Raad van Staten op dit beroep wordt pas in 2021 verwacht.

5. Hart van de Heuvelrug Project Apollo Noord: Kans hogere kosten bouw- en woonrijpmaken
Er bestaat een aanzienlijke kans op hogere kosten bouw- en woonrijp maken omdat de ambitie is om een woongebied te creëren in een bosrijke omgeving. Er moet voorzichtiger te werk worden gegaan met het bouw- en woonrijp maken in een bosrijke omgeving met behoud van cultuurhistorische elementen en bomen. Dat vraagt meer maatwerk. Het risico is dat dit meer geld (€ 1.400.000 = 20% van de totale bouw- en woonrijpmaken) kost dan nu geraamd.

6. Vliegbasis Soesterberg: Project woonwijk
Op een deel van de voormalige vliegbasis ontwikkelen we samen met de gemeenten Zeist en Soest en Utrechts Landschap een nieuwe duurzame woonwijk. De woonwijk past qua sfeer en beleving in het bijzondere landschap. Deze woonwijk bevindt zich in de planontwikkelingsfase. Door de aanwezige PFOS-verontreiniging is er onderzoek gedaan naar saneringstechnieken. Er komt een eigen PFAS-beleid. Er komt een verder onderzoek naar saneringsoplossingen. Dit zorgt voor vertraging in de uitvoeringsplanning met als gevolg dat de woonwijk mogelijk in fases wordt uitgevoerd. Door de nog aanwezige onzekerheden in de planning, het nog op te stellen PFOS-beleid en de saneringstechnieken ontstaat er in 2021 een verhoogd risico voor de plankosten van het project.

7. (OV-Projecten) Scopewijzigingen
De ervaring leert dat tram/ov-projecten een hoog risicoprofiel kennen. Recentelijk projecten hebben uitgewezen dat er een aanvullende buffer voor onverwachte gebeurtenissen wenselijk is. Het investeringsvolume rondom dergelijke projecten neemt af waardoor logischerwijs dit risico op termijn zal afnemen. Met de kanttekening dat als zich nieuwe (tram)projecten aandienen het risico weer zal toenemen.

8. Gewijzigde inzichten en/of gewijzigde regelgeving Wegen
Met enige regelmaat worden er regels rondom het beheer, de aanleg of het gebruik van wegen gewijzigd, zowel op nationaal als Europees vlak. Voorbeelden hiervan zijn de Europese veiligheidsrichtlijnen voor autowegen, de nieuwe regels voor landbouwverkeer en ook de aanpassing van het stikstofbeleid. Deze wijzigingen kunnen in sommige gevallen forse kosten met zich meebrengen. Zo kunnen ze leiden tot vertraging in de realisatie of vragen ze infrastructurele aanpassingen.

9. Concessiehouders Regiotaxi
Als gevolg van de huidige corona crisis is er sprake dat taxibedrijven het niet zouden kunnen gaan redden en failliet gaan. Op het moment dat dit speelt moeten er extra kosten gemaakt moeten worden voor een nieuwe aanbesteding en het tijdelijk tegen hogere kosten wegrijden van de ritten.
Op dit moment zijn er geen aanwijzingen dat onze vervoerders er zo slecht voorstaan dat ze om zouden vallen .
Het probleem van een nieuwe aanbesteding is dat deze door de corona crisis waarschijnlijk voor een hogere prijs aanbesteed wordt.
Gemeenten betalen een groot gedeelte van de kosten van de regiotaxi. Het risico voor de provincie is beperkt zolang we de kosten door kunnen belasten en gemeenten blijven betalen.

10. Prijsstijging meerjarige projecten Mobiliteit
Binnen de provincie Utrecht worden projecten niet geïndexeerd, waardoor de raming van projecten die de jaargrenzen overschrijden, mogelijk te laag zijn geraamd met een prijspeil van een voorgaand jaar. Op dit moment wordt dit meestal opgevangen binnen de risicoreservering van het project. In sommige gevallen kan deze prijsstijging niet toereikend zijn. Dit vormt daardoor een restrisico. In de Nota Investeren 2021 zal er een andere werkwijze worden voorgesteld om dit risico niet meer een projectrisico te laten zijn door structureel 
een beheersmaatregel te nemen. Een beheersmaatregel is om voor meerjarige investeringen een indexering toe te passen.

Deze pagina is gebouwd op 06/01/2021 13:15:46 met de export van 06/01/2021 13:04:33